De kerk is gewijd aan St. Mauritius en wordt al in 1227 genoemd in een Latijns document van Ribebispen Thurø. In de jaren zestig van de zeventiende eeuw viel de kerk onder het graafschap Schackenborg totdat ze in 1930 'haar eigen meester' werd. De kerk is erg groot in verhouding tot de omvang van de Daler-parochie. De parochie van Daler omvat de dorpen Daler, Gærup en Østerby.

De kerk bestond oorspronkelijk uit een romaans koor en schip, opgetrokken uit granieten blokken. Het metselwerk aan de noord- en zuidzijde werd in 1776 ingrijpend gerenoveerd. De kerk had vanaf het begin twee toegangsdeuren. In het zuiden is de ingang aan de herenzijde en in het noorden is de ingang aan de dameszijde. In het schip kun je duidelijk zien waar de zuiddeur zich bevond. In het metselwerk aan de noordzijde tegenover de mannendeur kun je zien waar vroeger de vrouwendeur zat.

Aan het einde van de 13e eeuw werd het koor naar het oosten uitgebreid. De oostgevel lijkt aan de buitenkant in vrijwel originele staat. Je ziet o.a. een dichtgemetseld boograam. De gevel is aan de buitenkant witgekalkt tot bij de restauratie in de jaren tachtig, toen het metselwerk zichtbaar werd.

In de laatgotische tijd (1400 – 1550) werd de kerk voorzien van een portiek aan de noordzijde en een toren aan de westzijde. Vermoedelijk werd het koor tegelijkertijd voorzien van een gewelf. De vierkante toren met puntgevels is voorzien van een achthoekige torenspits bedekt met eikenhoutspaanders.